Het mes dat niet wijkt - Patrick Ness

Titel: Het mes dat niet wijkt (De Chaos-trilogie, 1)
Auteur: Patrick Ness
Uitgeverij: Moon
479 p.

"Todd Hewitt is de laatste jongen in Prentissdorp. Het is een uniek dorp, want er klinkt voortdurend Herrie. Alles wat leeft denkt hardop. Todd hoort de gedachten van anderen en zij van hem. Je kunt niet aan de Herrie ontsnappen. Er is geen privacy. Maar dan ontmoet hij een meisje van wie hij geen gedachten hoort. Wie is zij? En hoe kan het dat zij niet is gedood door de Herrie, zoals alle andere vrouwen? Prentissdorp herbergt een geheim dat zo verschrikkelijk is dat Todd noodgedwongen op de vlucht moet slaan. Maar hoe ontsnap je als iedereen je kan horen?”

Een maand voor zijn verjaardag, de dag waarop hij man zal worden, moet Todd vluchten uit het dorp waar hij al zijn hele leven heeft doorgebracht. Er is geen tijd meer voor advies, enkel een goed gevulde rugzak, een mes én een boek van zijn overleden moeder krijgt hij in sneltempo in zijn handen gedrukt, waarna hij het samen met Manchee zijn hond op een lopen moet zetten.

Todd Hewitt is nooit verder weggeweest dan Prentissdorp, nu hij op de vlucht is ontdekt hij pas hoe groot de Nieuwe Wereld is. En dan hebben we het niet over de aarde, maar wel over de planeet waar de mensen hun toevlucht zochten toen het leven in de Oude Wereld de moeite van het blijven niet meer waard was. Blijkbaar is dit niet het enige waar men hem in Prentissdorp over heeft voorgelogen.

Terwijl Todd al vluchtend de ene ontdekking na de andere doet, komt Prentissdorp in beweging. Ze voeren hun plan uit. Een plan dat al jaren beraamd werd, maar pas nu verwezenlijkt kan worden.Op het ogenblik dat de laatste jongen uit Prentissdorp man wordt.

Patrick Ness's schrijfstijl zorgt ervoor dat het verhaal een heel hoog tempo heeft. Het taalgebruik dat hij hanteert draagt daar nog meer toe bij. In het begin vond ik het vrij moeilijk om aan dit taaltje te wennen. Maar eigenlijk past het wel bij het verhaal. Todd groeide op in een dorp waar boeken verboden waren. Men was zo druk bezig met overleven dat er geen tijd overbleef om te leren lezen of schrijven en dus heeft hij op een auditieve manier woorden geleerd. Dat verklaard zijn manier van spreken wel voor een groot deel. Maar voor de lezer is het in het begin wel een heuse hindernis. De samentrekkingen van woorden en afkortingen hebben een vrij gejaagde taal als eindresultaat en die geeft het verhaal nog meer vaart.

Niet dat dat nodig was, vermits de altijd aanwezige spanning er automatisch al voor zorgt dat je als lezer steeds sneller op het einde lijkt af te stevenen. Om dan bij de ontknoping vast te stellen dat dit einde eigenlijk eerder een start voor het volgende boek is.

Je herkent tijdens het lezen heel veel thema's die in het verhaal verweven zijn: het gevaar van blindelings vertrouwen (of beter … het gevaar van eventueel misbruik hiervan), discriminatie, machtsmisbruik, … Maar bovenal de overrompeling van informatie die je als mens over je heen krijgt. Natuurlijk kan niet iedereen gedachten lezen. Maar goed ook, want ik vermoed dat mensen anders gek zouden worden vermits mijn gedachten een hele dag door van het ene op het andere overgaan. Bovendien zou je dan nooit geen rust of privacy hebben. Maar eigenlijk gebeurd dat nu stilletjes aan ook al. Je moet altijd bereikbaar zijn, men lijkt te verwachten dat je je hele leven uit de doeken doet via sociale media, … En net die herkenbaarheid is volgens mij één van de redenen waarom deze trilogie zoveel succes heeft.