Edelsteen-trilogie - Kerstin Gier

Toen ik het eerste boek uit de Edelsteen-trilogie eindelijk kon ontlenen in de bibliotheek, had ik net die dag afgesproken met een vriendin. Ik moest dus niet nadenken over welk boek ik die dag zou meenemen op de trein. Ik zou die dag immers wel wat tijd in het station en op de trein spenderen, vermits ik een overstap moest maken en het langste gedeelte van de rit een klein uur in beslag neemt. Mij hoor je daar niet over klagen horen, want in tegenstelling tot op de bus, kan ik perfect lezen eens ik op die trein geïnstalleerd ben. En lezen deed ik, staande terwijl ik op de trein aan het wachten was, in de trein op weg naar het Centraal station, wachtend op een bankje in datzelfde station en vervolgens zonder enige onderbreking op de trein. Mijn eindhalte was er veel sneller als verwacht, vermits ik helemaal opging in Robijnrood.

Toen ik 's avonds terug naar huis ging herhaalde dat hele proces zich opnieuw maar dan in omgekeerde volgorde. Bovendien waren er een aantal problemen met de trein, waardoor we vrij veel vertraging hadden en ik mijn aansluiting miste. Maar eigenlijk kwam dit perfect uit, want tegen dat ik eindelijk thuis aankwam was het boek uitgelezen. En ik was laaiend enthousiast, ik hou van Kerstin Gier's schrijfstijl, haar hoofdpersonages, de wereld die ze voor ons bedacht heeft, ….

Eigenlijk had ik zelf nog niet door hoe grappig ik het boek vond, tot ik op de trein merkte dat er iemand telkens naar mij aan het lachen was. Ik had dit genegeerd en direct weer verder gelezen, tot ik bij een grappige scène moest glimlachen en omhoog keek … recht in de ogen van die andere persoon, die met een vragende blik zijn duim opstak om te vragen of het een goed boek was. Tja, eigenlijk gek dat hij dat nog moest vragen vermits ik blijkbaar de hele tijd door aan het glimlachen was met Gwendolyn en Gideon's avonturen.

Ik lees ontzettend graag fantasyboeken, maar na al die weerwolven, elfen, vampieren (begrijp me niet verkeerd, ik heb NIETS tegen vampieren :) ), demonen, …. waren Kerstin Gier's tijdreizigers een hele verademing. De goede uitwerking van haar personages, haar vlotte schrijfstijl en vooral het grappige hoofdpersonage zorgen er voor dat je meteen met haar meeleeft. Deze reeks is gericht op het Young Adult-publiek en we volgen het verhaal dan ook vanuit het perspectief van de 16-jarige Gwendolyn. Gelukkig mag je deze reeks even goed lezen wanneer je niet meer in deze leeftijds-categorie valt. Het is dan misschien niet de bedoeling dat ik ze als volwassene zo leuk vind, maar de boeken uit deze trilogie zijn nu eenmaal heel ontspannend en grappig. Ideaal leesvoer dus wanneer je je gedachten op nul wil zetten.

>Robijnrood - Waarom is niemand in haar familie normaal? Gek wordt de zestienjarige Gwen soms van haar strenge oma lady Arista, haar bemoeizuchtige tante Glenda en vooral haar arrogante nichtje Charlotte. Maar boven alles van de vele geheimen in haar eigenaardige familie...Alles wordt anders als ze op een dag plotseling terechtkomt in het Londen van honderd jaar geleden. Wanneer ze gelukkig ook weer snel naar haar eigen tijd terugspringt, wordt duidelijk dat zijzelf het allergrootste geheim van de familie is.

Saffierblauw - Gwendolyn komt uit een heel bijzondere familie. Al eeuwenlang wordt het tijdreisgen doorgegeven en Gwen is degene die dit gen heeft geërfd! Het is alleen helemaal niet zo leuk als ze had verwacht. Ze moet allerlei ouderwetse dansen leren, ze moet weten hoe je op een soiree beschaafd met je waaier wappert (helemaal niet makkelijk!), ze moet extra geschiedenislessen volgen en dan moet ze ook nog een geheimzinnige opdracht vervullen. Het enige pluspuntje is dat ze tijdens haar tijdreizen mooie kostuums aan mag. O ja, en Gideon, haar superknappe tijdreisgenoot, is ook wel een groot pluspunt!

Smaragdgroen - Gwendolyn Shepherd heeft het helemaal gehad. Met het stomme tijdreisgen waarmee ze is opgezadeld en met de geheimzinnigheid van de Wachters. Waarom vertelt niemand haar ooit iets? De reden dat ze per se naar dat verschrikkelijke bal in de achttiende eeuw moet, bijvoorbeeld. En Gideon kan ze al helemaal niet meer luchten of zien. Heeft hij zijn verliefdheid echt alleen gespeeld om de graaf van Saint Germain tevreden te houden? Ze besluit om samen met haar beste vriendin Leslie, de waterspuwergeest Xemerius en haar allang overleden opa op onderzoek uit te gaan. Dan gebeurt er iets waardoor Gwendolyns leven nog een keer op de kop wordt gezet. Een confrontatie met de graaf van St. Germain is onvermijdelijk en Gideon is hierbij onmisbaar. Zullen ze samen het kwaad overwinnen? En zal het gebroken hart van Gwendolyn gelijmd kunnen worden?